Wichter uit De Friese Wouden

Wichters behoren tot de pruimenfamilie. Ze zijn kenmerkend voor de Friese Wouden. De kleigronden zijn minder geschikt voor deze soort.
Wichters rijpen einde augustus. Kenmerkend voor het pluktijdstip zijn de bruine of rode puntjes die dan vaak op de vruchten verschijnen. Volrijp zijn ze sappig en zoet met een muskusachtig aroma. Ze hebben een losse steen (=pit). Overrijp neigen ze naar zuur worden. Er lijkt een familieband te bestaan met de mirabellen die veel in Noord-Frankrijk worden aangetroffen.
Traditioneel wordt de soort door wortelopslag verspreid van generatie op generatie. De Wichter wordt, in tegenstelling tot vrijwel alle fruitrassen, dus niet geënt.
Evenals bij de “boeren”-soorten staan de bomen vaak langs slootkanten en op verloren hoekjes.

Er zijn diverse variëteiten. Fruitkenner Jan de Boer uit Boelenslaan onderscheidt onder meer het Harkemaster en het Jistrumer type.

Wichters zijn kenmerkend voor de Friese Wouden. Als in augustus de vruchten op particuliere erven rijpen, gaat betrekkelijk veel er van verloren, omdat er te veel is om vers te consumeren. Weinig mensen weten wat wichters zijn en dat er diverse variëteiten zijn. Ook is vaak niet bekend hoe je wichters kunt verwerken. Het project vormt een aanloop naar een meer commerciële productie en afzet van deze vrucht.

Productiereglement Wichters

 

Wichter

Deel dit op: